Het begint met een taalgroep, die graag en Bijbel zou willen. Je zou zeggen: dan heb je een vertaler nodig. Dat is waar. Maar…..er zijn nog zoveel meer mensen nodig om die vertaling tot stand te brengen!
De vertaler doet zijn werk niet alleen. Hij schakelt Papoea-Nieuw-Guinese mensen uit het dorp in, die de taal door en door kennen, en deze worden getraind tot Bijbelvertaler. Daar heb je een trainer voor nodig. De meeste dorpjes zijn niet bereikbaar over de weg, dus gaat het vervoer per vliegtuig. Dat kan niet zonder piloten, vliegtuigen moeten onderhouden worden. Daarvoor is de onderhoudsmonteur.
En zo kunnen we nog wel even doorgaan, want er zijn ook bouwkundigen, administrateurs, inkopers, boekhouders, alfabetiseringswerkers, technische medewerkers, computertechnici, gastouders, kliniekmedewerkers, etc. nodig. Al deze mensen SAMEN zorgen ervoor dat het vertaalwerk door kan gaan en er uiteindelijk een Bijbelvertaling tot stand komt. Als 1 zo’n bouwsteen wegvalt, is de kans groot dat het vertaalwerk vertraging oploopt of soms zelfs stopgezet moet worden. Om een voorbeeld te noemen: als er geen leerkracht is, zal de vertaler zijn eigen kinderen les moeten geen en ligt het vertaalwerk stil.
Maar….het fundament onder al deze bouwstenen wordt gevormd door het gebed en de financiële ondersteuning van de achterban. Iedereen die een taak heeft op het zendingsveld wordt ondersteund door hun eigen achterban. En zo zorgen we er allemaal samen voor dat het werk door kan gaan; dat mensen wereldwijd toegang krijgen tot een Bijbel in hun eigen taal!
Er is nog ontzettend veel werk te doen in PNG, om iedereen toegang te geven tot een Bijbel in de taal van hun hart. Het werk houdt niet op als een Bijbel klaar is, er worden ook cursussen gegeven om te leren leven uit het Woord van God, analfabeten wordt lezen en schrijven geleerd, etc.